Overleven

Vandaag een brief van mijn oma.

“Luc zit in de gevangenis.” Luc… We werden opgeschrikt door dit bericht. We wisten, dat hij niet lekker in zijn vel zat, maar dit…?

Het schiereiland Malaysia was nog niet onafhankelijk in 1957. Ongeveer 10 jaar al, was er een guerrilla oorlog aan de gang. De strijd was tussen de Malayan Communist Party en de Common Wealth. Deze laatste had de hulp ingeroepen van de gurkha’s, bekende dappere strijders uit Nepal.

Het werk in de tinmijnen en op de rubberplantages ging gewoon door, ondanks de noodtoestand. Voor de veiligheid waren de arbeiders en hun gezinnen bijéén gebracht in dorpen met een omheining, want makkelijk te beschermen.

Te vondeling gelegd

Bij één van deze zogenaamde New Villages was Luc te vondeling gelegd, een kind van terroristen. Het pasgeboren babytje, een Chinees jongetje kon er niet blijven. Er werd gezocht naar pleegouders. In het stadje Malacca woonde een Chinees gezin, waar de baby meer dan welkom was, omdat er alleen maar dochters waren. Hij werd liefelijk opgenomen en kreeg de doopnaam Luc.

Toen hij tiener werd, begonnen de moeilijkheden. Hij wist waar hij vandaan kwam en kreeg het benauwd in het “vrouwengezin”, waar hij als klein jochie zo vertroeteld was. Er werd een andere plek voor hem gevonden. Rond zijn 18e vond hij, dat hij voor zichzelf kon zorgen. Een baan was zo te vinden, dacht hij, maar dat viel bar tegen. Door hier en daar iets te gappen, probeerde hij zichzelf te redden. Totdat…

Opgesloten in een kooi

Pim (opa) ging hem opzoeken. Kwam ontdaan thuis. Hij had Luc gevonden, in z’n eentje in een kooi, voor overdag als buitenverblijf bij de gevangenis. Gelukkig wel met een dak. Het deed Pim denken aan zijn krijgsgevangenschap in Japan. Een vriend van hem was voor straf opgesloten in een kooi, een week lang, dag en nacht, zonder voedsel. Met gevaar voor zijn leven had hij van zijn karige eten een deel naar hem gesmokkeld, s’avonds in het donker.

Luc had het veel beter en Pim mocht hem, als padre (priester) bezoeken. Zo hebben die twee samen in de “kooi’ heel wat afgepraat.

Op een goede dag kon Luc vrijkomen, als iemand borg voor hem wilde staan. Niemand voelde ervoor. Zo’n jongen, bekend als terroristenkind… Nee, dank u. Wij hadden er echter vertrouwen in, dat hij het redden zou, met Gods hulp.

Een nieuw leven

En zo begon Luc een nieuw leven. Hij kreeg een baantje, werd zelfs rij-instructeur. De kerk liep hij niet “plat”. Bij de padre kon hij met zijn problemen terecht.

We gingen met verlof en kwamen niet meer terug in Malacca. Luc was één van de schapen die we achterlieten in de zorg van de Goede Herder.

Gevangen in een kooi. zending zendingsbried vertrouwen jpg