Anna

Al een tijdje kwam ze elke dag de kerk in en zocht vlak bij de ingang de koelte op, in een hoek, lekker op de stenen vloer. Daar kon ze veilig slapen na het vermoeiende op je hoede zijn. Er waren mensen, die haar wilden vangen en in een hok zetten. Ze zou dan volgestopt worden met eten, dat wel, maar zeker van haar leven zou ze niet meer zijn. Zodra ze dik en rond als een ton zou zijn, was het met haar gedaan. De koster, de goeierd, liet haar zomaar toe. Alleen als s’avonds de kerk gesloten werd, ha, dan werd ze toch naar buiten gestuurd. Dan moest het kleine op een Jack Russel lijkende teefje de donkere nacht in en eigenlijk wist niemand, waarheen ze dan ging.

Haar eigen plekje

Ze kreeg overdag best een hapje van die en gene, ook van de koster, maar zodra ze voldaan en moe was, zocht ze haar plek in de kerk op om te kunnen slapen. Als er een dienst gehouden werd, was ze alert en soms, als de priester midden voor het klaar stond, trippelde ze door het middenpad naar voren en ding naast hem zitten, keek naar hem op. Ze zat niet in de weg en bleef niet lang. Uit zichzelf wandelde ze weer terug naar haar “eigen” plek. Het was aandoenlijk om te zien, hoe stilletjes ze haar gang ging. De mensen in de kerk accepteerden haar. Het beestje was rustig, deed niemand kwaad.

Ook leuk om te lezen: Het begon in Singapore

Ze bleef trouw komen

We noemden haar Anna, naar de Anna, die samen met Zacharius het kindje Jezus, samen met zijn ouders, in de tempel ontving. Er staat in Lucas geschreven, dat zij onafgebroken in de tempel was. Deze Anna moest dan wel s’nachts de kerk uit, maar toch… Ze bleef trouw komen.

De nachten waren goed gebruikt

Op een vroege ochtend, op een doordeweekse dag, toen Pim de kerk binnen kam, hoorde hij piepen. Het hield weer op. Anna was niet op haar plek. Toch even Ramasami, de koster, vragen of hij het ook gehoord had. Ja, hij dacht, dat het in de buurt van het kleine zijaltaar was. Samen gingen ze op onderzoek uit. Het gepiep was heel duidelijk nu te horen. Pim tilde voorzichtig het voorhangsel op, dat de hele voorkant bedekte en… daar lag Anna met drie pups! De nachten, dat ze de straat op moest, Waren goed gebruikt en hier lag het resultaat.

De Sikh

Gelukkig werd er iemand gevonden, die Anna en haar kindjes wilde verzorgen, een vriendelijke Engelse dame, dien een privéschool had opgezet. Zij wist ook een dierenarts te overtuigen, Anna te steriliseren toen haar kroost groot genoeg was om op eigen pootjes te staan. Daarna werd gezocht maar een goed tehuis voor haar. Wie schetst onze verbazing, toen de wacht van het postkantoor haar wilde adopteren. In die tijd waren er bewakers voor gebouwen qlw het postkantoor, de bank, het hoofdkantoor van Dunlops. Dat waten meestal Siks, die uit India waten overgewaaid, indrukwekkende mooie mannen met een keurige tulband en nette baard. Bij kennismaking ging Anna gelijk kwispelend op hem af, alsof ze begreep, dat hij nu haar baas was. Het was een onafscheidelijk koppel, de Sikh en Anna.