Help, ik ben mijn kind kwijt in een andere stad
Ze zit er niet meer. Nog een keer kijken, nee ze zit er écht niet meer. Oké, rustig blijven, ze is vast in de buurt. We stappen naar buiten en kijken de straat in. Niemand te zien… Dit is niet goed denk ik.
We zijn met ons gezin op bezoek bij mijn schoonzus en haar kinderen. Neef en nicht spelen lief samen, maar dan komt de vraag: “Mag Noraya voor het huis spelen?” Ik moet er even over nadenken. Noraya is dan nog maar vier en heeft nog niet eerder alleen buiten gespeeld, maar ja, eens moet de eerste keer zijn. Nu samen met haar grote neef, die al vaker alleen buiten heeft gespeeld, is het misschien wel een goed idee. De kinderen beloven plechtig om voor het huis te blijven.
Kind kwijt
Regelmatig kijken we naar buiten, dan zien we neef en nicht lief spelen. Totdat we weer door het raam kijken, maar dit keer zien we niemand. Oké, nu niet meteen in paniek raken. Ze zijn vast om het het hoekje. We stappen naar buiten, kijken rond, maar onze kinderen zien we niet.
Mijn schoonzus vermoedt dat ze verderop naar het speeltuintje zijn gegaan. Daar aangekomen zijn neef en nicht nergens te bekennen. “Dan zijn ze naar de grote speeltuin gegaan” zegt mijn schoonzus, die nu een beetje boos begint te worden, want dit was niet de afspraak. Wij lopen snel naar de volgende speeltuin, waar we de kinderen hopen aan te treffen, maar ook in de grote speeltuin zien we niemand.
Waar is mijn dochter?
Ik begin toch wel ongerust te worden, helemaal als mijn schoonzus ook niet meer weet waar we kunnen zoeken. We besluiten om bij een paar vriendjes langs te gaan, maar niemand heeft de kinderen gezien. Nu begin ik toch wel in paniek te raken. Waar is mijn dochter?
We lopen terug naar het huis van mijn zwager en schoonzus. Daan, die daar aan het wachten is met Joaz, schrikt als we zonder kinderen terug komen. Hij besluit op de fiets in de buurt te gaan zoeken. Hoewel ik ondertussen van binnen volledig in paniek ben, probeer ik kalm te blijven. Er is geen tijd voor paniek, eerst moeten we onze kinderen terug vinden.
We bellen de politie
We besluiten de politie te bellen, die nemen de zaak meteen serieus, wat natuurlijk fijn is, maar tegelijkertijd stelt het ons niet gerust. Er gaat een burgernet uit. Zo kan iedereen die in de buurt woont uitkijken naar onze kinderen.
Mijn schoonzus en ik zoeken verder in de buurt. Het éne na het andere scenario doemt op in mijn hoofd. Als we vervolgens bij een grote vijver komen springen de tranen mij in de ogen. Ohh nee toch, Noraya kan nog helemaal niet zwemmen. Voorzichtig vertel ik mijn angst aan mijn schoonzus, die meteen bevestigt dat ze daar ook bang voor is. We speuren de vijver af, ik op zoek naar de knalroze jas van Noraya. Tot onze grote opluchting zien we niks raars.
Heeft iemand onze kinderen gezien?
We lopen verder en zijn ondertussen een drukke weg overgestoken, zover zullen ze toch niet van huis gegaan zijn denken we, maar we hebben weinig keus, want in de rest van de buurt hebben we overal al gekeken. Onderweg klampen we iedereen aan die we tegenkomen, met de vraag of ze een jongen en een meisje gezien hebben. Helaas krijgen we keer op keer “nee” te horen.
Wel zijn er mensen uit de buurt op de fiets gesprongen. Ze hebben het burgernet ontvangen en zijn meteen gaan zoeken. Wat fijn om te merken dat wildvreemde mensen zo begaan met je kunnen zijn.
De politie is geariveerd en helpt mee met zoeken. Neef en nicht zijn ondertussen al zo’n dertig minuten weg, maar ik kan je vertellen dat voelt als een eeuwigheid.
Het enige wat telt is dat we onze kinderen terug vinden
We lopen verder, ondertussen vragen we nog steeds aan iedereen of ze het tweetal gezien hebben. De tranen staan ons in de ogen, maar we moeten kalm blijven. Ik ben in een soort overlevingsstand geschoten. Keer op keer herhaal ik tegen mijzelf rustig blijven, niet in paniek raken, daar schiet je niks mee op. Het enige dat belangrijk is is dat we onze kinderen terug vinden.
Dan opeens bevestigt iemand dat hij de kinderen gezien heeft, of nou ja, dat denkt hij. Hij wijst een richting uit waar ze volgens hem naartoe zijn gegaan. We rennen die kant uit en dan…. Twee kinderen op de glijbaan aan het lachen en spelen. Zich van geen kwaad bewust. We hollen op ze af. Ik ben niet boos, ik kan niet boos zijn, ik ben zo blij dat ik dit meisje weer in mijn armen kan sluiten. Tranen rollen nu over mijn wangen. Noraya kijkt mij verschrikt aan. Ik vertel haar dat mama zich zo zorgen om haar heeft gemaakt, maar dat ik heel blij ben dat er niks ergs gebeurd is.
Je kind kwijt raken
Je kind kwijt, het zal je maar gebeuren. Gelukkig vonden wij Noraya relatief snel terug, alhoewel het zo niet voelde. Toch besef ik mij goed dat het heel anders had kunnen aflopen. Ik ben dan ook heel dankbaar dat wij onze kinderen ongeschonden hebben teruggevonden.
Ben je je kind wel eens kwijt geraakt?
Comments are closed.
Ik ben zelf als 2 uur lang ‘zoek geweest. Mijn ouders waren in alle staten. De buurman had mij meegenomen op een lange wandeling en was dit vergeten (ja echt) te vermelden. De buurvrouw (zijn vrouw) was zo ontzettend kwaad op hem, dat herinner ik me nog! Dit was uiteraard nog in het tijdperk dat er geen mobieltjes waren!
Zelf een keer onze zoon kwijt geweest in de c&a. Gelukkig vrij vlot terug gevonden in een pashokje waar hij gekke bekken in de spiegel aan het trekken was. Maar ik voel de paniek nog. Je denkt gelijk het ergste!
Ohh wat zullen je ouders ongerust geweest zijn. Dat de buurman het even vergeet te melden?
Als ouder ben je meteen in paniek terwijl het kind zich vaak van geen kwaad bewust is. Gelukkig vond je je zoon snel terug en hoe… gekke bekken trekken haha.
En dan staat de wereld heel even stil. Gelukkig dat het goed afgelopen is!
Helemaal waar.